''Mijn visie''. - Reisverslag uit Enschede, Nederland van Rob Lanting - WaarBenJij.nu ''Mijn visie''. - Reisverslag uit Enschede, Nederland van Rob Lanting - WaarBenJij.nu

''Mijn visie''.

Door: Rob

Blijf op de hoogte en volg Rob

05 Oktober 2008 | Nederland, Enschede

1 september 2008 04:06 uur.(16 dagen na aankomst) Soms heb je van die dagen dat je je gevoel moet uitdrukken. Dat heeft iedereen. Maar soms is je gevoel beter uit te drukken in woorden. Simpelweg niet te vertellen, teveel en te complex. Als je schrijft kun je wat langer nadenken om een woord te gebruiken die heel erg goed past in wat je wilt overbrengen aan iemand. Vanuit het papier moet het een beeld vormen. De afgelopen vakantie zit in mijn hoofd. Dat kan ook niet anders, want als je zo’n lange en soms intensieve aanloop naar iets hebt toegewerkt en als dit alles na drie weken totaal afgelopen is en dat je ‘het weer moet oppakken’, dan is dat lastig. Heel vreemd en lastig. Helemaal als je praat over een land als Tanzania. Een cultuurshock. Een verschil met Europa. Een groot verschil met Nederland. Drie weken lang proef je dat, leer je ermee om te gaan. Nauwe samenwerking met Tanzaniaanse gidsen. Hun gesprekken, die zeker ook invloed hebben op dit algehele gevoel. Hun omstandigheden, hun normen en waarden, hun leven, die zo simpel is soms. Deze drie weken in Afrika hebben mij aan het denken gezet. Heel erg. Niet vaak had ik iets wat je zo erg aan het denken zette. Waarover dat weet ik eigenlijk niet goed. Gewoon, over de kameraadschap, hun simpele leven, hun kijk op het leven, hun gewoontes, hun ding, hun land, hun omstandigheden. De enorme bescheidenheid soms, de dragers van ons Kilimanjaro-team, die trots zijn op hun land en jou zo goed mogelijk willen begeleiden naar je doel. De meesten vertelden mij dat ze dit puur doen omdat ze trots willen zijn op hun land, hun cultuur. Hier kunnen ze hun ei kwijt, in het trots laten zien van hun prachtige inmense flora en fauna en hun schitterende berg die bij hun in hun harten is gesloten, trots om hun gevoel en passie aan mij over te kunnen brengen en trots om uiteindelijk mede door hun mij op de top te kunnen zetten. Dit was juist precies ook soms het tegenstrijdige. Het was namelijk ook soms heel erg anders. Kom ik aan als nuchtere Hollander, die even een berg wil beklimmen en wat dieren wil zien. Rijk zijn wij, we hebben alles, dat denken sommigen. Gek vindt ik het niet. Er zit een kern van waarheid in. De eerste dagen in het centrum van Moshi. Je loopt, mensen stoppen om je te kunnen bekijken, van top tot teen. Mensen komen naar je toe, hij heeft vast geld, hij kan me helpen, bij hem kan ik eindelijk eens iets verkopen. Vrouwen die je met een eigenaardige blik bekijken. Jaloezie, boosheid, oneerlijkheid voel ik bij ze. Ik snap het soms, maar ook vaak niet. Het waren lastige situaties waar Phil en ik in de eerste dagen moeilijk mee overweg konden gaan, hoewel je er uiteindelijk er wel beter mee leert om te gaan. Wie had dat gedacht. Drie weken ergens anders en drie weken die in je hoofd blijven zitten. Kort, intensief, onbekend, lange voorbereiding, veel communiceren voor het organiseren van een klimteam. Het doel is gehaald, dus we kunnen terug naar Nederland, gewoon terugvliegen, dat kan toch? Gewoon toch weer naar huis en alles weer oppakken, je ding doen? Gewoon waar je gebleven was toch? Er is toch verder niets gebeurd, ik bedoel geen ernstige dingen? Het was gewoon een vakantie in een ander land. In dit geval Afrika. En dan ben ik nog niet eens in het meest slechte c.q. armste gedeelte van Tanzania geweest.
Net als Australië kom je terug en praat je dagenlang met iedereen over wat je gedaan hebt. Maar op die reis in Australië en Nieuw-Zeeland waren de omstandigheden uiterst prima en te vergelijken met Europese standaarden. Ziektes zijn er niet. Mensen zijn blij en tevreden. Maar deze cultuurshock voor mij kwam pas een paar dagen nadat ik terug was. Ik ging eens denken waar ik eigenlijk geweest was. Wat ik had gedaan, wie ik had ontmoet, wat ze dagelijks deden, hun eigen leven. Inspirerend en bezinnend, deze woorden zijn de kernwoorden die horen bij het gevoel wat ik de laatste dagen heb sinds ik terugben. Toen ik besloot om naar Afrika te gaan dacht ik ook al aan het feit dat dit interessant was om naartoe te gaan alleen al om eens te zien wat het leven daar is. Een ander werelddeel, het werelddeel waar je altijd zoveel over hoort, nieuws, kranten, TV en radio. Interessant was het zeker, maar wie vertrouw je? Ze zijn allemaal je vrienden, ze laten je alles zien, ze leidden je door de stad, die twee gidsen die wij ontmoetten de eerste dag in Moshi. Maar toch uiteindelijk… Ze praatten mooi, waren zo erg behulpzaam, bijna te behulpzaam. Uiteindelijk willen ze wat toch? Of zijn het gewoon leuke vrienden? Wanneer wordt de dwang naar verkoop zodanig door ons gevoeld dat de relatie daardoor kapot gaat? Huiverig moet je zijn. Interessant om om te gaan met mensen was het wel. Je grenzen trekken, opletten, soms hard zijn maar vriendelijk blijven en tegelijkertijd op je hoede. Is hij nu aardig of doet hij zo. Voert hij iets in zijn schild? Of is hij nu mijn kameraad? 1 september de school is begonnen vandaag. Op de fiets er naar toe over een veilig fietspad, auto’s rijden 50 km/h, zijn veilig gekeurd en wachten bij het stoplicht. Vier cijfers intoetsen, even denken en dan toch maar vijf euro op de chipknip zetten, naar het restaurant en het eten ligt gefrituurd en wel voor je klaar… te wachten op een hongerige student. Ik moet naar het toilet, je doet de behoefte en spoelt door met 1 druk op de knop, even 10 slokken water uit de kraan drinken want vandaag had ik geen tijd en zin meer om drinken en eten uit de koelkast van huis mee te nemen… En die 10 slokken krijg ik zomaar. Maar waar vandaan dan? Getest en wel, goedgekeurd voor de volksgezondheid… Gaan we vanuit toch? We gaan toch overal vanuit? Als de leraar te weinig informatie heeft dan e-mailt hij ons het toch gewoon? Ik heb thuis toch een PC? Doe ik die gewoon aan en download ik alles, ik lees het door, snap het, voel me al weer meer ontwikkeld. Eten nodig? Ga naar de supermarkt, pak een mandje of anders gewoon een grote kar… Besef je wat je doet? Je pakt eten overal vandaan en gooit het in je mand of kar. Zo zijn we het toch gewend? Er staat toch zelfs op hoe je het moet maken? Wie schrijft dat erop dan? Is het dan nog moeilijk voor ons als mensen? Nee toch? Als ik zin heb in een feest dan haal ik toch gewoon 4 kratten bier, omdat iedereen dat lekker vindt? Waarom niet dan? Het kost toch niet zoveel en ik werk het er toch gewoon weer bij? Ohja ook nog studiefinanciering. Fijn is dat he, als je van een bruiloft komt en je vrouw rijdt terug naar huis over die verdomde lange snelweg, wat is ie lang he, het houdt maar niet op.. je wilt toch gauw slapen, en als het te warm is zetten we gewoon de airco ietsjes aan… Maar die snelweg zo savonds… wat een genot of niet. Wel eens gedacht aan die verlichting die elke 25 a 50 meter de weg beschijnt waar jij zonodig overheen moet rijden om thuis te komen? Best wel luxe hoor, verlichting. Die kabels he, lopen die helemaal naar een plaats of stad? Hoe kan dat anders branden? En die putten in de weg… prachtig he. Als het regent gaat het water weg. Knap bedacht of niet. Dus je kunt gewoon lekker doorrijden als het regent. Ben benieuwd waar al die liters water naartoe gaan? Ja onder de grond, maarja we zien toch niet van hoe of wat. Dat zal allemaal wel toch. Zal wel goedkomen hier. Maar regent het een keer flink, gebeurd er iets, staan er gelijk 3 camerateams te filmen: straat onder water door hevige regenval. Ja, oké? Dus? En nu? Wat is daarmee dan? Is dat iets wat we niet gewend zijn? Nee inderdaad, we zijn dat niet gewend met al die technieken die wij hier hebben om ons luxe leven zo comfortabel mogelijk te maken en om zoveel mogelijk voorzieningen te hebben en te onderhouden die iedereen hier gebruiken kan.
Staat er ergens beschreven in een wet wat de minimale voorzieningen moeten zijn om een leven van een mens als ‘aangenaam’ te mogen bestempelen? Vindt iemand het raar als je geen PC hebt thuis? Is het niet het mooist als alle mensen in de wereld in ieder geval een warm- een gerioleerd- een middelgroot- huis hebben en ook nog zonder al te veel moeite van A naar B kunnen komen waar ze vaak in hun leven naartoe moeten om bijvoorbeeld te werken? Lijkt me wel normaal. Is dit niet een soort minimale leef-standaard voor de mens waar we met z’n allen naartoe willen in deze tijd? Arme mensen blijven. Mensen die niet goed kunnen werken, mensen die wonen in landen waar de lonen nihil zijn, waar de overheid slecht is, mensen die meer uitgaven dan inkomsten hebben of simpelweg teveel uitgeven. De situatie in Afrika is al jarenlang een bekend onderwerp. Echter wordt er veel meer gedaan in het land dan men ziet. Vrijwilligers, stichtingen, opgerichte instanties, particulieren, stages, hulpverlening zoals Artsen zonder Grenzen. Er wordt heel veel gedaan. Maar het is lang niet genoeg. Waarom zetten we niet voor 1 keer het aller-zwaarste geschut in. Regeringen bij elkaar, kopstukken bij elkaar, geld bij elkaar, handen in elkaar. Ik wil vliegtuigen, militairen, bedachte voorzieningen die terplekke kunnen worden geïnstalleerd. Natuurlijk kijken bijvoorbeeld landen in Zuid-Amerika scheef als men eerst begint met deze hulp voor landen in Afrika. Maar er moeten eerst analyses worden gemaakt waar de armste gebieden zijn, waar de urgentie het grootst is. Begin daar met een soort invasie. Een invasie van hulp. Kunnen we dan niet op zijn minst, op zijn minst in deze jaren behoeftes en faciliteiten die mensen gezamenlijk gebruiken zoals wij de snelweg gezamenlijk gebruiken en allemaal ons afval maar gewoon in de otto’s flikkeren waarbij al onze zooi met alle andere zooi gewoon ergens wordt gedumpt waar wij helemaal geen weet van hebben. Kunnen we dus op zijn minst niet, met alle moderne apparatuur en technieken, het voor elkaar krijgen om in ieder geval te voldoen aan de minimale, de MINIMALE behoeftes en voorzieningen voor het leven van een mens op deze aarde? Moeten we dan zonodig de ruimte verkennen om nieuwe zonnestelsels te onderzoeken zoals NASA maanden geleden deed? Enig idee wat de kosten zijn van deze grapjes? En van onnodige oorlogen? Is het niet zaak om elkaar allemaal te helpen juist? Leven we niet op dezelfde planeet dan? Waarom moet mijn gids van Kilimanjaro 3,5 uur voor de PC zitten, zijn inkomens opgeven, hoeveelheid huizen mocht hij die hebben, werk wat hij gedaan heeft, studies, gegevens van familieleden etcetera intypen voordat hij een visum kan aanvragen voor Amerika omdat hij gewoon even de toerist wil uithangen van zijn lang gespaarde geld? En dan dus alsnog geen visum ontvangt omdat hij toevallig Tanzaniaan is en omdat dit als arm land bestempeld wordt en hij dus waarschijnlijk niet van zodanige waarde is dat dit interessant is voor het land waar hij gewoon naartoe wil reizen? Wat denk je wat ik gedaan heb dan? Heb ik huizen? Heb ik miljoenen of heb ik al een dikke baan? Waarom kan ik dan wel makkelijk even wat spuiten halen voor 150 euro zodat ik geen ziektes oploop en dan even voor drie weken naar een land vliegen waar ik zonodig een berg wil beklimmen en de mensen wil ontmoeten en de sfeer wil proeven en waarom kan hij dat niet zo makkelijk dan? Alleen omdat ik in een goed ontwikkeld veilig land ben geboren? Moeten die kansen voor iedereen niet wat gelijker zijn? Waar moeten we beginnen? Een flink vraagstuk. Een hoop dingen onduidelijk en om over na te denken of niet. Niet iedereen heeft het zo makkelijk als dat wij het eigenlijk hebben denk ik. Dit soort dingen zet je aan het denken omdat je erover hebt gehoord, het hebt gevoeld, met de mensen hebt mee gevoeld, hun emoties, hun verlangens, dromen en acceptaties. Bedenk eens hoe het is als je een halve dag alleen al bezig bent om eten te maken, te zoeken, te bereiden. Als wij met onze luie reet geen zin hebben om iets te maken op ons luxe kookstel met ingebouwde timers, dan halen we toch gewoon wat bij piet friet om de hoek?Hij heeft toch wat zodat we geen honger voelen? Soms is het goed deze dingen bij je na te gaan. De vanzelfsprekendheid. Die NIET in de wereld hetzelfde is. Verschillen in leven, bestaan. Waarden, normen, toekomst. Wat je wilt, wat je graag zou willen. Stil staan bij deze dingen. Geconfronteerd worden met soortgelijke dingen door een 3-weekse vakantie in Afrika, dat doet je goed. Even flink op de feiten gedrukt worden. Heerlijk, BAM. Zie het, voel het, zie je het? Kijk er maar eens na, daar staande in je dure North Face kleren om een berg te beklimmen en denkend om de top te halen. Sommige mensen en kinderen in Moshi en omstreken dachten wel liever aan andere dingen. Gezond blijven, was dat niet het eerste belangrijkste? Heerlijk toch, last van een kies, verdovingkje erin, kies getrokken, ijszakje mee naar huis en vier dagen later de rekening op tafel. Last van het knietje, MRI-tje, klaar. Zijn wij al niet zo rijk genoeg en zo erg ontwikkeld dat het eigenlijk als je heel eerlijk bent het niet zo mag zijn dat er nog zoveel mensen dagelijks overlijden alleen al aan uitputting en uitdroging? Enigszins een voorstelling hiervan? Uitputting of uitdroging? Wat is dat - nou als je een paar dagen geen water hebt wat je kan drinken? Of geen eten? 1 dag geen eten? Of 2? Weleens gedaan? Blij is de bevolking al met een pen, een leesbril en/of zonnebril, of een pet waarin ik 8 dagen had gezweet. Deze materialen werden aan mij gevraagd door kinderen die ik tijdens de afdaling op de Kilimanjaro tegenkwam. Of ze dat mochten hebben. Daar worden ze blijkbaar blij van. Tuurlijk wordt er hulp geboden, ontwikkelingslanden worden gesteund door veel landen, vrijwilligers, scholen gebouwd, mensen onderzocht. Maar mag bijvoorbeeld India deze week weer duizenden mensen gaan begraven omdat er overstromingen waren die complete stadjes hebben weggevaagd en mensen hebben vermorzeld? Kan dat nog in deze tijd? Wordt het niet tijd om de handen in elkaar te slaan en om deze belangrijke technische aspecten voor het behoud van een veilig leven en bestaan te garanderen? Het is 2008 hoor. Kunnen ze alsjeblieft stoppen met dat gelul over een 1 of ander raketschild? Een wat voor schild? Waar gaat dit over? Kunnen we niet beter de mensen gaan beschermen tegen dit soort stomme rampen omdat simpelweg de overheid geen geld heeft c.q. besteedt aan professionele dijken of beheersing en monitoring van zee- of rivierwater? Of hebben ze geen expertise hierin? Wat is dit van overheid? Zijn ze nog niet wakker geworden door de tsunami-ramp? Natuurlijk moet er eerst wat gebeuren voordat iets wordt geconstateerd en waarop actie wordt ondernomen maar dit soort dingen zijn toch essentiële veiligheidsaspecten voor de mensheid? Bedenk: wij vliegen in op Schiphol, je loopt naar je auto, net terug van een heerlijke zonvakantie in Spanje, maar weet je wel dat je twintig meter onder het zeeniveau je koffers achterin de auto doet? 20 meter? Wel eens een flatgebouw van 20 meter zien staan? Waarom kunnen we dan veilig wegrijden, wat houdt het water tegen dan? Wie komt aan die expertise, hoe is het gebouwd? Enig besef? Naar mijn mening gebeuren er soms gewoon te stomme dingen in de wereld, dingen die kunnen worden voorkomen als je die machtige expertise eens allemaal bij elkaar zet, prioriteiten stelt, geld vrijmaakt samen en vooral niet steeds aan jezelf denkt als rijk land zijnde, die alles heeft en alles kan en doet wat hij perse wilt. Het zet mij soms gewoon aan het denken. Ook zoiets, miljoenen joden werden afgevoerd door de Duitsers, ze werden in een paar jaar tijd opgespoord, afgevoerd en vermoord! Een verschrikking was het. Het gebeurde in slechts enkele jaren en dan praten we over de jaren 30/40. Maar waarom kunnen wij dan niet samen met al onze logistieke technieken van nu in Europa en omstreken niet miljoenen arme afrikanen of andere arme nationaliteiten in een paar jaar tijd opsporen en vaccineren, zodat ze in ieder geval niet meer ziek worden door ziektes die bij ons 40 jaar geleden allang waren uitgeroeid? Door stomme ziektes, die daar nog steeds zijn. Ik ben ervan overtuigd dat er in vele landen nationale reserves van defensie staan te popelen om uitgezonden te worden, echter blijven duizenden in hun land en worden niet uitgezonden. Deze militairen trainen jarenlang, soms zijn ze weken weg op oefening. Nooit of niet vaak gaan ze erop uit voor het echte werk, steeds maar weer trainen en diverse klusjes opknappen, ceremonies ondersteunen, onderhoud doen, geen echte actie. Zo hoorde ik ook soms van de ex-vriend van Evelien, die al een aantal jaren bij defensie zit. Waarom selecteren we niet 2/3de deel van de nationale reserves van elk land in Europa, of laten we zeggen een deel ervan, versterkt door nationale reserves uit niet-Europese landen. Zet ze bij elkaar op een groot veld en naar alle waarschijnlijkheid zou je er duizenden kunnen laten aanrukken. Regel een aantal squadrons transportvliegtuigen met parachutisten en veiligheids- c.q. toezichtspelotons en drop ze op honderd of wat mij part vijfhonderd plaatsen in een arm land. Ontwerp en ontwikkel in het voorbereidingstraject van deze actie drinkwaterputten die snel en eenvoudig te monteren zijn. Drop de militairen en laat ze de objecten ter plaatse monteren en verspreid informatie onder de lokale bevolking over hoe deze te gebruiken. Dit zou toch geweldig hulpvaardig zijn? Mensen worden hier beter van. Zend meer militairen naar de armste landen in Afrika, Zuid-Amerika en in het midden-oosten. Laat ze niet vechten, maar laat ze in een paar jaar tijd elk persoon vaccineren die ze tegen het lijf lopen in dat land. Als ze 1000 kogels kunnen dragen, waarom niet 1000 spuiten? Ze zijn nog kleiner en lichter ook! Liever iemand helpen dan vermoorden, niet? De nationale reserves dragen hun steen bij, zijn op een grote missie en de Afrikaanse landen worden geholpen. Mobiele bruggen om tanks er overheen te laten rijden worden gebruikt in de oorlogen van nu, waarom niet deze plaatsen in arme dorpjes/steden waar mensen afhankelijk zijn van deze bouwwerken om zo hun zelf te kunnen voorzien van voedsel?? Genoeg plaatsen waar dat het geval is volgens mij…. Denk je niet? Als men Bagdad in luttele seconden compleet kan bombarderen, als geallieerden in enkele uren Duits-bezet Frankrijk in de jaren 40 met duizenden tegelijk konden herpakken, als de organisatie er maar is en er geld voor wordt vrijgemaakt dan ben ik ervan overtuigd dat je systematisch elk arm land op deze manier kunt aanpakken. Systematiek. Land voor land. Raak de kernen. Natuurlijk is het makkelijker gezegd dan gedaan dit allemaal, het kost ontzettend veel geld, tijd, voorbereiding etc. Zoals een bedrijfskundig leraar in Peking laatst in het programma Nova zei: creëer win-win situaties. Defensie en militairen beter door werkgelegenheid, bevolkingsgroepen beter door nieuwe geplaatste voorzieningen en door een beter leven. Het wordt tijd dat we de wil intenser maken om andere mensen ook te willen helpen die het minder hebben. Het moet komen van de grote hoge mannen en vrouwen dat weet ik, die de machten hebben en over het geld gaan en niet van een simpele student Civiele Techniek te Enschede, hoewel het besef, het zien en voelen van een soortgelijke situatie en het inlevingsvermogen daardoor flink wordt verbeterd, slechts na drie weekjes vakantie in een minder ontwikkeld Afrikaans land. Erg verassend is dat. Dat je gedachtes zolang ergens bijblijven. Natuurlijk wist ik dit voor de tijd ook al wel een beetje, Tanzania een land waar je nooit zoveel over hoort maar wel het e.e.a. bij de bedenken valt. Maar daadwerkelijk het meemaken en dan gelijk drie weken later weer in je normale leven zitten dat is vreemd. Misschien niet voor iedereen maar ik ben dan wellicht iemand die dan dieper over dingen nadenkt/wil denken en in dit geval ook over dit soort situaties. Ook door mijn ambities voor in de toekomst en mijn interesses in landen en culturen, dat werkt ook absoluut mee in dit algehele gevoel. Bij aankomst in het land moet je wennen aan de omstandigheden, maar als je gewend bent kun je bijna alweer terug naar huis, misschien dat ik er daarom nog zoveel mee bezig ben in mijn hoofd. Je bereidt voor, ziet en voelt het, went en je moet gelijk terug naar je eigen leven. Ik vraag me weleens af hoe het moet zijn als je een half jaar, een jaar of langer in een arm land verblijft. Ik begrijp heel goed dat bijvoorbeeld correspondenten die terugkomen in hun geboorteland of hulpverleners c.q. vrijwilligers in een arm land een heel andere kijk op het leven hebben gekregen, een wijdere blik gekregen hebben of veranderd zijn op bepaalde punten, na terugkomst in hun vertrouwde omgeving. En dan ben ik nog maar drie weekjes geweest, hoewel ik zoals ik al zei mij wel dit soort dingen snel aantrek maar het is goed soms tot het besef te komen en eens na te denken over hoe ik als 23-jarige student leef in een land en over hoe een 23-jarige Tanzaniaan/Keniaan in Afrika leeft, wat de verschillen zijn, wat goed en niet goed is en wat de definitie van bevoorrecht zijn eigenlijk is. Wat bijvoorbeeld de aangename leef-standaard is voor een mens van 23-jaar oud en omstandigheden die wisselend zijn. Omstandigheden die voor jou als Afrikaanse student zodanig kunnen zijn dat jij helemaal niet iets kunt doen wat je wel graag zou willen doen, dat jij niet datgene kunt krijgen wat je graag zou willen krijgen, dat jij niet dat kan kopen wat je echt graag zou willen kopen, dat jij graag dat wilt doen omdat je gevoel dit zegt maar dat de omstandigheden jou dit afhouden, omdat je helaas ter wereld bent gekomen in een land en in een leven waarin het levensonderhoud moeilijk is. Maar wat is normaal, dat vraag ik mij ook af. Gelijke kansen, dat is normaal. De mogelijkheden op zijn minst bieden, de voorzieningen, kijk daar gaan we weer… Gelijke mogelijkheden en basic voorzieningen, zoals een mens moet hebben om gemiddeld te kunnen leven en niet steeds hoeft om te kijken naar ziektes, honger, dorst en dromen die in duigen vallen. We kunnen toch op zijn minst die mogelijkheden bieden? Of is dit een hele vreemde gedachte in het jaar 2008 waarin we al denken aan reizen naar Mars.
Bovenstaande is de omschreven kern waarin ik mijzelf in de toekomst sterk voor zou willen maken. Helaas wordt dit waarschijnlijk hulp op een kleine schaal in verhouding met de hoeveelheid problematiek die er in de wereld is, maar beter iets dan niets en hopen op meer overtuiging en aanzet tot acties bij andere mensen en partijen. Hopende op een kettingreactie, een positieve invloed. Samen hand in hand en met de middelen die we hebben. Zojuist kreeg ik weer een email binnen van een meisje die Phil en ik ontmoette in Moshi. Ook zij schrijft dat ze er niet met haar hoofd bij is en ook zij is gister weer begonnen met school. Voor haar moet het wat extremer zijn, te bedenken dat ze 6 weken in een ziekenhuis gewerkt heeft in Tanzania, voordat ze Mt. Kilimanjaro, safari en Zanzibar aandeed. Haar verhalen grepen mij ook aan. Ziekenhuis-verhalen van haar in Tanzania, ik zal er maar niet over beginnen, dan ben ik nog wel even bezig namelijk, vreselijk. Na het reserveren van een dagtocht naar een waterval toe in het Kilimanjaro National Park, rondom de flanken van de berg, liepen Phil en ik naar het afgesproken punt. We moesten naar de algemene busplaats, vanwaar tientallen kleine busjes en grote touringcars vertrekken en aankomen. De gids wees de autobus aan waarin we moesten plaatsnemen. Een klein busje, waarin 3 bankjes achter elkaar in gesitueerd waren. Na lang wachten, we zouden om 10.30 vertrekken maar het was inmiddels 11.20, werd het busje alsmaar voller. Normaliter bij een confortabele reis zouden er hooguit 9 man inkunnen, exclusief rijder en bijrijder. Rondom 11.30 zaten en stonden (aldanniet gebogen) ongeveer 16 mensen, hingen er 3 aan de opening van de bus (de schuifdeur) en hadden sommigen zelfs nog kinderen op schoot. Daarnaast werden een aantal manden ingebracht met bananen en andere groenten. De busreis vergeet ik niet meer. We verlieten het stoffige Moshi, reden al snel omhoog en personen werden afgezet en opgehaald naarmate we langs kleine huisvestingen en krot-achtige woonhuisjes reden. Locale mensen die aan boord wilden hielpen elkaar om elkaars manden over te nemen en af te geven bij het verlaten van het busje. Het werd mij al duidelijk dat dit een soort taxi was voor alle mensen die rondom de hellingen van Kili woonden, een gebied vol met huisjes, gebouwtjes en boeren die totaal afhankelijk zijn van een aantal busjes die per dag hier langskomen over de draaiende, zanderige en modderige weg die alsmaar omhoog ging langs de hellingen van het Kilimanjaro National Park. Vrouwen, kinderen en mannen moesten een heel eind en een groot hoogteverschil overbruggen als ze naar Moshi wilden; wat kilometers verderop lag en een flink stuk lager, waar wij net vandaan kwamen. Ik wist niet wat ik zag om mij heen. Kinderen die blij zwaaien terwijl wij al hobbelend en hoofdstotend tegen het dak van het busje langsraasden, kinderen van ongeveer 7 jaar die boomstammen op hun hoofdjes de helling opdroegen, zonder enig teken van vermoeidheid. Kindertjes die hun meegebrachte teiltjes, jerrycans en flessen aan het vullen waren bij een waterput, terwijl ze mij observerend aankeken toen we langsreden. Het eindigde maar niet, die helse busrit. We gingen hoger en hoger, mensen leken er armer en armer. Totaal van de bewoonde wereld afgesneden. Waarom wonen ze hier, zo ver en hoog van een plaats waar het relatief vlak is en waar verkoop een dagelijks ding is, in Moshi. Waarom wonen ze hier? We reden langs eindeloze plantages van bananen. Ik kreeg een idee hoe bijvoorbeeld de wereldkampioen marathon, Haile Gebreselassie in een soortgelijke situatie zou kunnen zijn opgegroeid. Elke dag moeten lopen, hellingen van meer dan 15 procent en daarbij lasten dragen in je kinderjaren die ik zelfs al zwaar zou vinden. Na een rit van drie kwartier over een steile weg in het bos die zanderig was met ontelbare gaten erin, een weg waarin je vanalles ziet terwijl je rijdt, kwamen we eindelijk aan. Bij het uitstappen viel het mij op dat we enorm snel waren gestegen, ik voelde het aan mijzelf en Moshi was beneden te zien, ver onderons. We waren in het regenwoud, op de flanken van de rand van het Kilimanjaro National Park, dit was niet eens de berg zelf, het waren de eerste 'hellingen en regenwouden' rondom het gebied waar de berg zelf is gesitueerd. Phil en ik, de gids en de bestuurder waren de laatsten die tot deze stop in de bus zaten. Iedereen was onderweg uitgestapt op de plek waar ze moesten wezen. Phil, ik en de gids begonnen met wandelen, we bleven de weg maar volgen, omhoog en omhoog, regenwoud links en rechts, huisjes hier en daar, plantages overal en mensen die minutenlang voor hun vervallen huisje voorzich uitstaren. De tocht naar de waterval was fenomenaal. We kwamen op diverse uitzichtspunten en konden mega-oppervlakken zien vanaf de heuvels over het Tanzaniaanse landschap. We waren in een prachtig gebied, maar het voelde erg ver van de bewoonde wereld. Ik dacht aan het feit dat dit al onvoorstelbaar mooi was, wat zou de tocht naar de top die volgende week begint dan opleveren?? Onze gids wimpelde een vrouw af die dronken was door haar locale drank, ze praatte swahili en de gids vertelde dat ze onzin uitkraamde. Ze greep mijn handen, keek mij aan met haar gerimpelde gezicht en zei een aantal godsdienstige uitspraken. Ik liep door omdat ik wist wat eraan de hand was en de gids wimpelde haar met krachtige swahili-termen af, die ik qua vertaling wel zou kunnnen schatten van wat de betekenis inhield. Kinderen liepen met ons mee, enkelen volgden ons, al lachend. Af en toe stopte ik ineens en keek lachtend achterom, waardoor hun nog meer plezier in het achtervolgen van ons kregen. Ik wees na Phil zijn broek, lachte en keek de kinderen aan die ons volgden. Hun moesten ook lachen, Phil was uitgegleden en had een bruine vlek op zijn trekkingbroek. Ineens zei iemand what is your name' achter ons en wij speelden het spelletje met deze kindertjes mee. Uiteindelijk stopten hun bij een waterput, waar ook onze gids zijn water dronk, terwijl hij voor ons twee flessen water per persoon vanuit Moshi had meegebracht. Overgebleven water vanuit mijn fles weigerde hij te drinken, dit is voor zijn klanten zoals hij zei. De kinderen bij de waterput keken ons van top tot teen aan, terwijl ze hun jerrycans vulden. Gedachten gingen door mij heen, kinderen van 7 tot +- 12 jaar, die zware hoeveelheden water opnemen en waarschijnlijk dit het hele pad moeten afdragen van waar wij net tegenop gelopen waren. Normaal is dat, je moet geen medelijden hebben. Het is hun dagelijkse activiteit maar toch zet dit je aan het denken. Kinderen die al lijken als iemand van 30, ze slaan water in om zichzelf te kunnen voorzien. Zulke voorbeelden die ik tijdens de drie weken in Afrika soms zag zijn moeilijk te plaatsen, te accepteren en in te zien. Naarmate onze tocht met de gids vorderde, vertelde hij ons dat hij 127 keer Kilimanjaro had beklommen en van de dokter nu maar eens een keer moest stoppen. Hij ondervond lichamelijke klachten en moest het rustiger aangaan doen. Vandaar dat hij nu dagtrekkings leidde, dit keer helemaal alleen met ons twee. De twee gidsen waar Phil en ik mee waren omgegaan en waar wij zo ongeveer vrienden mee waren geworden, hadden deze dagtocht de dag ervoor geregeld. Hun kameraad, nu onze gids op deze tocht, wilde ons wel leiden. Hij wist enorm veel van het gebied, vertelde hoe situaties in elkaar zaten t.a.v. de overheid van Tanzania, vertelde verhalen die hij meemaakte als gids op de machtige Kilimanjaro, etc. Hij wilde ons meenemen naar een grote waterval die moeilijk te bereiken valt en waarbij je over een smal pad moet met soms gevaarlijke afgronden. Hier en daar moesten er ook planten weggekapt worden, wat een extra avontuurlijk gevoel aan onze tocht toevoegde. Omdat we fysiek en conditioneel in vorm waren, wilde hij met ons naar deze waterval toe, het was naar zijn zeggen geen makkelijke route en moest er een snelstromend en diep maar niet al te breed water worden overgestoken, waarin glibberige rotsen lagen. Spannend! We kwamen een locaal iemand tegen midden in het regenwoud, die was dagenlang boomstammen aan het kappen en maakte hier planken van. Hij zou ons en onze gids helpen met het dichtgegroeide laatste deel van de route naar de waterval. Hij kapte met zijn mes planten weg en maakte in een mum van tijd twee fantastische wandelstokken, voor mij en Phil. Achteraf bleek dat deze ontzettend functioneel waren, steile paden waren namelijk later het gevolg en het meeste waren klei-paden die vochtig bleken. Mijn schoenen hielden de grip soms maar net. Na een totale tocht van ongeveer 3 uur kwamen we bij de fantastische grote waterval aan, omgeven door een dichtbegroeid regenwoud en een groene, steile rotswand met veel begroeiingen. We konden zelfs zo dichtbij komen dat we aan de voet van de waterval konden komen. Hier spoot het neervallende water als zweetdruppels op onze gezichten, wat een genot! Een wandeling van drie uur door een fantastisch gebied en dan uiteindelijk een afkoeling van water door een fantastische, afgelegen waterval midden in het regenwoud en aan de rand van het Kilimanjaro National Park! Tijdens de terugtocht en na een aantal kilometers namen wij afscheid van de hulpgids. Hij kreeg van onze gids een vergoeding in Tanzaniaanse shillings. Alles is hier gebaseerd op het geven van fooien. Bijna aan het einde van het smalle pad in het regenwoud werden we ineens ingehaald door kinderen met boomstammen op hun hoofd. Kennelijk slepen die zware boomstammen vanaf hoger gelegen gebieden en vervoeren deze dingen via het soms zeer steile pad omlaag, naar de her en der verspreidde huisjes, boerderijtjes en vervallen krotjes, waar waarschijnlijk dit hout wordt gebruikt als constructiehout of brandhout. Opnieuw gingen gedachten door mij heen. Terwijl we achter deze kinderen liepen kwam onze gids met ze in gesprek. Hij vertelde later dat de kinderen acht en negen jaar oud waren... Volverwachting waren wij of er een busje zou komen opdagen, op de plek waar we waren afgezet en jawel, we moesten even rennen want we zagen een busje in de verte klaarstaan en de gids maande ons om even te rennen. Een zelfde busje zoals op de heenweg, ergens midden in het regenwoud en tussen de plantages, op een glibberig pad, stond te wachten om ons weer naar de bewoonde wereld te brengen; het stadje Moshi, waar de hotels zijn, de markten, de verkoop en de winkels. Ook de terugreis ging zoals de heenreis, hij werd voller en voller, mensen stapten uit en stapten in, op plekken waarvan je nooit had gedacht dat er mensen woonden, ze kwamen ineens uit het regenwoud lopen, met een krat fruit of met een kind, allemaal wilden ze mee, de lange weg af in dit busje, naar de bewoonde wereld Moshi, ver onder ons. Een prachtige vrouw gekleed in prachtige gekleurde doeken kwam dicht tegen me aanzitten, op haar schoot een kind houdende van 2 of 3 jaar oud. Dit kind keek mij en Phil minutenlang aan, met haar prachtige blauwe grote ogen. Ze keek naar onze blanke huid, glimlachte soms, maar staarde en staarde de hele weg naar ons. Haar weerloze uitstraling en blik leek net alsof dit de problematiek in heel Afrika in 1 beeld weergaf. Een ander kind van zeer jonge leeftijd werd bijna door elkaar heengeschud door de slechte weg en de rit in het overvolle busje naar beneden. Ze zat even later naast me, omdat de moeder met het kind ergens eerder waren uitgestapt. Ze was gekleed in schooluniform. Ik kon mijn arm nergens kwijt en had hem over de bank achter haar gelegd, hield haar een beetje vast bij haar schouder, zodat ze niet zo steeds heen en weer trilde. Ze zat krap tegen mij aan en tegen de andere naast haar, soms hield ze mn been vast om maar niet gelanceerd te worden door de onvoorstelbare trillingen en de waarschijnlijk mega-overbelaste vering van de autobus, met veel te veel mensen aan boord. Een record werd later gevestigd, meer dan 24 mensen aan boord van het busje. Hoe? Dat kan ik moeilijk beschrijven. gewoon, zittend, staan, op schoot, overbuigend, hangend half buiten of naast de bijrijder waar je normaal een versnellingspook ziet. Eenmaal bij aankomst in Moshi, eindelijk de benen strekken na het veel te krappe overvolle busje. We waren kapot, een lange rit en een zware maar prachtige wandeling met heel veel dingen om je heen die we zagen. Een simpele dagtocht naar een waterval, een busrit langs een weg met volkeren die er wonen en leven. Een simpele dagtocht en wandeling met niets bijzonders, maar wel een dagtocht waarin je veel dingen ziet, voelt en bedacht; en de Kilimanjaro klim was nog niet eens begonnen, die begint volgende week bedacht ik me. woow dacht ik, wat een indrukken, door 1 simpele dagtocht naar een waterval toe door een interessante en inspirerende busrit met de locale bevolking.
Een dag voordat ik uit Afrika wegging, wilde ik nog steeds graag naar een locale school toe. Hier wilde ik namelijk mijn laatste contante Tanzaniaanse Shillings aan schenken. In het hotel hing een affiche waarop stond dat je op een school in de buurt een rondleiding kon krijgen en een bureautje in elkaar kon schroeven. Dit wilde ik graag dus een taxi haalde me op van het hotel en bracht mij erheen. Na een stuk asfalt een groot stuk zandweg, kinderen in uniform struinden de weg af, zwaaiden soms, het bleek dus wel dat we in de richting van een schooltje reden. De taxi stopte onderweg opeens, hij zag zijn buurman lopen. Het was de directeur van de school! Na een gesprek stapte hij in de taxi en wilde hij mij persoonlijk nog wel even gauw een rondleiding geven, hij was namelijk lopend op weg naar huis, hij was klaar met zijn werk. Een prachtige kerel, een mens met een hart op de goede plaats, zich volledig inzetten voor de kinderen en hun toekomst, liever niet denkend aan zichzelf, zo was hij. Na een gesprek in zijn kleine kantoortje leidde hij mij rond tussen de gebouwtjes. Veel kinderen waren aan het buiten spelen, ze hadden pauze en waren bijna klaar, het was 15:30 uur en waren bijna vrij. Ik werd voorgesteld aan diverse leraressen, vertelde ze waarvoor ik in Tanzania was. Ze lieten me voor een schoolbord staan met vele swahili-woorden. Ik vertelde ze dat ik door de Kilimanjaro tocht met de gidsen al wat woordjes swahili had geleerd. Een geleerde grappige zin was, ik voel me zo goed als een banaan. Ze lachten en straalden en applaudiseerden toen ik dit voor het bord in een vloeiende swahili-zin aan hun vertelde.. Na een korte rondleiding op de school, aangezien de taxi namelijk op mij wachtte en deze niet al te lang kon blijven, heb ik de directeur een gift gegeven. Hij was enorm blij hiermee. Er was een ontwikkelingswerk gaande achter de school, er werd namelijk door een stichting een nieuw eetgebouw gebouwd voor de school. Omdat er geen grote kranen en machines zijn, gaat de bouw gestaag en gaat alles met de hand. Het geld wilde hij geven aan deze mensen, die de school in de aankomende jaren sterk verbeteren, waardoor meer kinderen uit de verre omtrek naar deze school kunnen komen. Na wat uitwisselingen van adressen met de vriendelijke directeur stapten wij beiden in de taxi en reed de chauffeur ons terug naar Moshi centrum. We hadden het over mijn ambitieuze plannen voor in de toekomst en hij hoopte dat ik ze kon uitvoeren in de toekomst. Ik kon altijd langskomen als ik in de buurt was zo zei hij. Hij zei dat het jammer was dat ik de dag erna wegging, hij had me nog wat langer willen rondleiden maar door tijdsgebrek van mij kon dit dus helaas niet. Na afscheid met hem ergens op een rotonde in Moshi, reed de chauffeur mij terug naar het hotel en nam ik ook afscheid van hem. Ik kwam terug bij Phil en vertelde wat ik gezien had. Twee uurtjes dus weg ergens heen en twee uurtjes met veel indrukken, gedachtes, gevoelens en ideeën. Het was geweldig mijn laatste contante geld af te geven aan een locaal gebeuren en een goed doel waarvan je zeker weet dat het op de goede plaats terecht komt, namelijk een schooltje in een afgelegen gebied met 400 kindertjes, die bijna volledig afhankelijk zijn van hulp van buiten, van stichtingen, locale aangelegenheden en subsidies. Heerlijk, om op deze manier te eindigen en met een goed gevoel de volgende dag Afrika te verlaten. Mijn gevoel verteld me dat persoonlijke ervaringen je naar keuzes toe leiden. Dit is absoluut waar. Ik weet namelijk zeker dat als ik mijn Australie-reis niet gedaan had, dat ik absoluut niet bij het idee van Kilimanjaro in Afrika was gekomen en überhaupt niet het idee had van het zonodig beklimmen van een hoge berg. Alleen al van het woord Afrika was ik dan denk ik al geschrokken. De ervaringen die je opdoet voelen zo goed. Ik kan het soms niet aan iemand omschrijven. Opschrijven kan wel, maar om uit te leggen wat je gevoel exact was op sommige momenten, dat is lastig uit te leggen. Wat makkelijker gaat is dit uitleggen aan de mensen die bij je waren tijdens die ervaringen, of waar je samen hetzelfde mee hebt gedeeld. Soms vreet het aan je, je wilt dit gevoel opnieuw. Gevoel van vrijheid, gevoel van saamhorigheid. Saamhorigheid tussen nationaliteiten, terwijl bijvoorbeeld onze klimgroep elkaar nog maar 2 dagen kenden. Saamhorigheid omdat iedereen dezelfde ervaring deelt/deelde. Saamhorigheid omdat ze trots zijn jou te mogen ontmoeten in hun geboorteland, zoals de gids ons zei. Saamhorigheid zoals dat overal eigenlijk moet zijn. Dit gevoel is kostbaar en ik koester het in al mijn herinneringen. Iets doorstaan als een 8-daagse trekking tezamen met 12 internationale mensen die jezelf hebt gevonden op het internet, was geweldig. Ik had voor de tijd al een goed gevoel. Ik wist dat het een goeie club zou zijn, iedereen communiceerde zo erg leuk met elkaar, het voelde toen al als een hechte familie. Hoe fijn is het dan, hoe fijn denk je dat het is als dat dan bevestigd wordt: ik zie mijzelf nog staan, groupleader Rob zei de gids. Laat me niet lachen, ik heb alleen maar wat mensen opgetrommeld en nu ben ik ineens een groepsleider? De jongste van de groep? Iedereen zat voor me, te wachten wat ik ging zeggen. Sommigen nog een rode kop van hun vlucht, sommigen herkende ik via foto’s op Facebook, het communicatieprogramma op het internet, waar ik een half jaar lang informatie deelde en afspraken maakte met ze, etcetera. Elkaar een hand toereiken om een rots op te komen, elkaar aanmoedigen om door te gaan, elkaar steunen als je het moeilijk hebt, kameraadschap. Zo ging het. Na 1 dag al. En natuurlijk voelde ik me trots. Klaar om te gaan, ik moest natuurlijk ook opa de hand gaan schudden. Achtendertig man hulp, gidsen, koks en dragers en twaalf mensen die naar de top wilden. Ze waren in het Springlands Hotel te Moshi, allemaal op 1 augustus 2008, de datum dat ik zonodig het allemaal wilde gaan doen. Maar het gaf een trots gevoel toen ik iedereen zag staan. Daar staan ze, klaar om jou oorspronkelijke idee waar te maken. Ze staan klaar voor je. Mijn gespaarde geld, mijn energie, mijn gevoel, het zat allemaal in die acht dagen. De rest van de vakantie was mooi meegenomen, zoals Phil ook al eens tegen mij zei, maar die extra’s versterkte het fijne gevoel alleen maar en het maakte het nog meer interessant. Onverwacht kwam ik dus door twee reizen onder andere achter twee dingen. Ik hou van schrijven blijkbaar en ik hou ervan zaken te organiseren, te communiceren en te coördineren. Elementen waarvan ik nooit dacht dat ik er sterk in was en het bere-leuk vindt om te doen. Vergelijking Australië met Afrika: groot verschil. Veel meer intensieve voorbereiding voor Afrika, grotere cultuurshock, veel voorafgaande kosten aan materiaal, spuiten, etc. Maar wat je ervoor terugkrijgt is fenomenaal, hoe kort je er ook bent, hoewel ik wel moet zeggen dat natuurlijk de Kilimanjaro trekking het hoofdnummer was van de reis.
Zoals ik al zei de kameraadschap die zo snel ontstaat met het doen van dingen zoals een meerdaagse trekking, de kameraadschap tussen mensen, het voelt als een voorbeeld voor landen waar maar steeds oorlog heerst, onrust is. Bij het ondergaan van een fysieke uitdaging met vreemde mensen voel je je weer een mens op de aarde. Je voelt je een onderdeel van de wereld, er zijn verschillende nationaliteiten in je groep, ieder zijn verhaal, zijn visie, zijn geloof. Twaalf individualisten uit diverse landen in de wereld, achtendertig helpers uit het land zelf, sommigen druk, sommigen rustig, arm of rijk, maar 1 bondige groep mensen die elkaar allemaal willen helpen; en allemaal met 1 hetzelfde doel. Toch denk ik dat het behalen van de top niet alleen het meest belangrijkste was. Ik had mijzelf ook voorgesteld hoe het zou zijn m.b.t. het delen van een ervaring als dit met diverse nationaliteiten. Mijn inziens was het al een geslaagde toppoging door te werken in een geweldig leuk twaalf koppig internationaal team, acht dagen lang. Deze mentale top was al bereikt. Opa moet dit hebben gezien, hopende dat hij mij heeft kunnen volgen. Kameraadschap die voor hem voor altijd in zijn hart gesloten was, de makkers van zijn oud Indie tijd in de oorlog van toen, 1945. En dan heb ik nog maar acht dagen met mensen iets doorstaan, denk eens aan oorlogsveteranen zoals hij waarmee je dag en nacht en een paar jaar lang de onbekende en angstige omstandigheden mee deelt, lief een leed. Band of Brothers, de DVD series die ik wel 50 keer kan zien, zonder dat het saai wordt. Dat is pas kameraadschap. Misschien beleefde ik dit aspect op de berg wel wat intensiever als anderen, wellicht door het feit dat het mij nogal greep toen ik opa’s dienstkameraad van uit de oorlog op zijn mondharmonica zag spelen tijdens de crematie, als laatste eerbetoon voor opa, zijn kameraad, zijn maat van toendertijd. Maar ook omdat ik er zo geweldig van genoot dat ons twaalfkoppig team zo’n gezellig koppel was, omdat ik het van te voren al had gehoopt, had gevoeld en waar ik trots op was dat ik deze groep had weten samen te stellen. Dat was voor mijzelf al een uitdagend en een succesvol bereikt doel alleen al. Bij terugkomst in het hotel en savonds bij het laatste diner samen met de groep werden er tal van speeches gedaan, er werd omhelst, geklapt en gekust. Ook ik wilde nog wat zeggen aan de groep en aan de gids. Hoe fijn ik het vond dat hun mij vertrouwen gaven om de reserveringen en boekingen via mij te doen, informatie te geven omtrent de aspecten van het klimmen, tips en tricks, aandachtspunten. Het lukte me de Engelse speech te eindigen, echter wel met een trillende stem en een halve zin aan het eind. Bier vloeide rijkelijk daarna, tot in de nachtelijke uren. Geen idee waar de energie nog vandaan kwam bij iedereen, te bedenken dat we die dag nog een zware slopende afdaling hadden moeten doen (vanaf 3930 meter hoogte!) over een afstand van meer dan twintig kilometer tot aan de gate van het Kilimanjaro National Park. Totalloss was iedereen die middag. Het eten, een douche en schone kleren na acht dagen, dat moet iets hebben gedaan waardoor we nog energieën hadden om diezelfde nacht nog een nachtclub op te zoeken samen. Zoals ik ook in Australië ondervond krijg je ideeën en creëer je blijkbaar nieuwe ambities en ga je over dingen nadenken als je dingen aan het doen bent en ervaringen deelt met mensen om je heen. Hoe ouder je wordt des te duidelijker zie je de wereld voor je en des te beter krijg je een beter gevoel bij dingen, ontwikkel je gedachtes, ontwikkel je denkprocessen bij jezelf. Denkprocessen die lange tijd in je hoofd kunnen zitten, zoals nu ook bij mij het geval is. Die impact qua gevoel van deze reis daarvan had ik niet gedacht dat deze zo groot zou zijn. Moeite met het oppakken van je eigen leven en je normale zaken, slechts na drie weken in een land in een ander continent, kan dat je gedachten zo erg beïnvloeden? Kennelijk wel. Wellicht is de lange verwerking van deze ervaring ook een gevolg van het overlijden van mijn opa, slechts een week voor mijn vertrek. En ook een jetlag die je hebt, na een terugreis die pak en beet 1,5 dag duurde, plus daar bovenop als toetje een verwijdering van een verstandskies, enkele dagen later in Nederland, daar wordt je naar mijn mening ook niet beter op. Wat dat betreft had dat zo moeten zijn, ik moest namelijk in bed blijven liggen om de pijn te onderdrukken en ik moest ook naar bed om bij te komen en wellicht even om dingen op een rijtje te kunnen zetten in mn hoofd. Niets voor niets behaalde ik een record door een dag na terugkomst negentien uren nonstop te slapen, zonder maar 1 seconde wakker te zijn geweest. Natuurlijk was het idee van het beklimmen van Kilimanjaro al in december 2005 bedacht, eigenlijk niet zo zeer Kilimanjaro, maar Phil en ik besloten om meer met bergen te willen doen en dat we samen 1 specifiek fysiek doel samen wilden aangaan. Ik zie ons zo nog staan, in het Mount Cook Massief te Nieuw-Zeeland waar we zojuist in een mum van tijd een berg waren opgeklommen en ons pas later beseften dat we al wel heel hoog waren en dat we nog helemaal terugmoesten en dat de tijd in het gedrang kwam. We liepen een volledig uitgeruste ijs-bergbeklimmer tegen het lijf die drie dagen had ijs-geklommen hogerop en die liet ons weten dat we bijna 1000 meter boven de parkeerplaats onderons bevonden. Oeps. We moesten maar weer eens afdalen in onze korte broeken, maarja het uitzicht in de vallei voor ons waar ook de Lord Of The Rings was opgenomen zag er zo fantastisch uit, daarnaast het Mount Cook massief liggende, Mount Cook de hoogste berg in Nieuw-Zeeland volledig besneeuwd met ijshellingen en met gletsjers die meer dan 20 kilometer lang waren. Tijdens deze klim begonnen de gesprekken over al dan niet iets samen te willen doen, een fysieke uitdaging zoals iets met een berg te doen in de toekomst.
Kilimanjaro kwam pas later in de picture, op het moment dat ik wat zoekwerk verrichtte op het internet (reeds in Nederland) en erachter kwam dat Kilimanjaro een goed te beklimmen, niet technisch moeilijke berg was maar dat deze flink hoog was en 1 van de meest onderschatte bergen was om te beklimmen. In de tijd tussen december 2005 en december 2007 mailden wij met elkaar en wisselden ideeën uit, informatie en mogelijkheden. Het was bizar om ineens op MSN (chatprogramma) daadwerkelijk te besluiten dat wij, Phil en ik, dan ook echt nu iets gingen doen waar we het al eerder over gehad hadden. Door dit hele gebeuren en het er lang naartoe leven gaf dan ook een zeer bijzonder gevoel zowel voor, tijdens als na de onderneming. We waren ontzettend blij en trots dat we samen voor iets gingen wat we dus echt graag wilden doen. Dit hele plan met bijbehorende gevoel werd daarom ook flink verstoord en gepijnigd exact op het moment dat ik op 4250 meter hoogte op de flanken van Kilimanjaro afscheid moest nemen van mijn kameraad Phil, met tranen in zijn en mijn ogen en een trillende stem, beide fysiek flink afgevallen en door een vervelende ziekte die hem maar steeds achtervolgde de laatste dagen. We namen foto's, spraken elkaar moed in, benadrukten elkaar nog even dat we het gewoon fantastisch hadden gehad 'so far' en omhelsden elkaar. Gedachten en gevoel schoten door onze hoofden. Een gezamenlijk plan gedateerd uit 2005, wat op 4250 meter voor 1 persoon abrupt ten einde komt. Natuurlijk hadden wij deze verschillende scenario's samen goed bekeken, voordat we aan de onderneming begonnen. We hadden hierover duidelijke afspraken gemaakt en het was erg fijn omtrent het feit dat zowel hij als ik beiden hierover goed konden communiceren. Dit is dan weer typisch waarom het fijn is om iemand goed te kennen, met name op ondernemingen zoals het beklimmen van een berg en het besluiten van stoppen of doorgaan. We hebben dezelfde golflengte qua communiceren en omgang. Tijd; ik nam afscheid, wenste hem veel rust toe in een overheerlijk bed wat in Moshi voor hem klaar zou staan, liep alleen door, keek nog eens achterom en zwaaide nog naar hem met mijn bergstokken. De eerste honderden meters waren toen moeilijk. Tranen en gedachtes schoten door me heen maar ik stond honderd procent achter zijn besluit. Bruce onze hoofdgids volgde mij later en kwam mij achterop. Hij sprak mij nog wat ''hart onder de riem'' stekende woorden toe wat ik erg waardeerde. Wij volgden onze weg tot het punt waar de hele groep stond uit te rusten, op het afgesproken punt. Ik sprak ze over de situatie en we gingen door. Een fysiek zware middag volgde, Phil had dit nooit kunnen volbrengen in vergelijking tot de staat waarin hij verkeerde dacht ik, terwijl ik al hijgend tijdens een pauze verlangend naar de in half-bewolkte top staarde. Die avond vernam ik vanaf het kamp op 3950 meter hoogte en zittend in een tent samen met de klim-gidsen, via mijn mobiele telefoon dat Phil die avond veilig maar gebroken was gearriveerd in het Springlands Hotel te Moshi. 'Phil arrived and is safe and okay', aldus de manager van de klimorganisatie ZARA, vanuit het hotel 2,8 kilometer onderons in Moshi. Ik was blij voor Phil, een zucht van verlichting schoot door mij heen terwijl ik daar zat in die donkere tent met een kop thee, een rode kop door een zware mentale en fysieke dag, een muts op en hoofdlamp aan. Ik keek de gidsen blij aan en ze begrepen wat ik bedoelde. De nacht viel, de enorme kou begon. Ik groette de gidsen, liep naar buiten, keek vol ongeloof naar de machtige ongelovelijke sterrenhemel boven mij die niet te beschrijven was, en de fantastische witte oplichtende besneeuwde top voor me. Wat prachtig, dit witte massief afstekend tegen de zwarte hemel gehuld in miljoenen witte heldere sterren! Ik besefte helaas dat foto's maken geen zin had. Ik deed nog even een plas vlak buiten het kamp en realiseerde me ineens hoe koud het was en vooral de stilte, de stilte was fantastisch, vooral in combinatie met de sterrenhemel en het bergmassief voor me en te bedenken dat ik op 3950 meter stond. Ik dacht ineens aan de sterrenhemel die ik vanuit de woestijn in Australie zag, de beste die ik ooit gezien had, het verschil was alleen dat we daar toen buiten in het rode zand sliepen, fris maar niet megakoud. Nu moest ik mijn koude tent in. Bij het ingaan van de tent schrok ik, hee dacht ik, ik lig alleen! 3 lagen kleren aan, 3 paar sokken, een trui eroverheen, muts op en handschoenen aan, electrische apparatuur en jezelf de slaapzak in en hopende dat je snel wegvalt... Maar ook nu weer en net zoals in Australië/Nieuw-Zeeland zijn er weer poorten voor me geopend. Poorten naar nieuwe gedachtes, ideeën, ambities, plannen en verbetering van mentale overwegingen. Het was een reis met ervaringen die nieuwe ambities aanwakkert of huidige versterkt. Je visie wordt duidelijker, ideeën concreter en gedachten complexer. Zou ik ooit iets kunnen doen voor een land als dit? Of is het te hoog gegrepen en heb ik niet de macht die ik eigenlijk moet hebben om echt iets te kunnen betekenen voor iets of iemand? Analyseren en het overdenken van dingen dat kost geen geld, dus daar ga ik mij mee bezighouden in de toekomst. Ooit hoop ik iets groots te kunnen doen. Ik begin klein, doe het rustig aan, bekijk het realistisch en zie wel waar het missie-schip zal stranden. Ik ben gedreven, heb ambitie en heb de wil om verder te kijken naar eventuele mogelijkheden.
En ook nu weer leerde ik mijzelf op reis weer beter kennen. Fysiek gezien, mentaal gezien. Communicatie, doorzetting, overweging, het maken van keuzes, omgaan met geld etc.
Elke keer kom je tijdens dit soort trips achter je mindere en goeie kanten. Erg interessant en goed voor je persoonlijke ontwikkeling vindt ik. Soms kom ik mensen tegen die mij iets vertellen over hun zelf en waarvan ik dan echt een gevoel krijgt dat diegene gewoon er flink tussenuit moet gaan zoals ik in Australië en Nieuw-Zeeland deed, je hoofd leeg te maken tijdens een rondreis of een avontuur die je al langer had willen aangaan. Ga eens lekker weg uit de vertrouwde omgeving en ontdek jezelf voor een tijd en ontdek een nieuwe omgeving. Je wordt er beter van. Echter had ik dit niet als doel en had ik dit niet verwacht toen ik naar Australië ging. Ik wilde dingen zien daar en familie ontmoeten, maar dat je dit er allemaal bij overheen kreeg en ervoor terug kreeg dat had ik niet bedacht. Dat was een aangename extra verassing, meestal super leuk, soms wel eens moeilijk en lastig maar wat het des te interessanter en spannender maakte en waardoor je jezelf ontzettend goed leert kennen. It is not just the journey which is the adventure, it is also a hell of an adventure inside your mind.
2 september 02:49 uur en 3 september 20:22 uur. Al het getypte bovenstaande zijn dus elementen die mij soms bezighouden in het hoofd en met name de laatste paar weken. Door het zien en ervaren van dingen ga je over zulke zaken nadenken. Beter en dieper over nadenken. Je gaat dingen vergelijken met je eigen leven en met andermans leven. Je bedenkt hoe wisselend levensomstandigheden kunnen zijn. Je beseft hoe goed je het hebt, hoe fijn je leven eigenlijk is. Dat je bevoorrecht bent om een land überhaupt te kunnen en mogen bezoeken, dat je zelfs iets kunt doen (in mijn geval het beklimmen van een berg) wat je altijd al had willen doen. Dat kan niet iedereen, dat besef ik mij ter dege. Ik voelde me soms hoogst opgelaten en niet-confortabel in Afrika. Mensen die wat van je willen maar die je gewoon keihard moet afwijzen wat je eigenlijk niet wil. Mensen die naar je vragen waar je vandaan komt en wat je doet. Wat je gaat doen. Ze kijken je aan van goh die kan dus alles wat hij maar wil en ik kan hier niks. Ik vindt het niet zo gek dat mensen daar soms doordraaien en slechte dingen doen. Het is een pyramide die zich door de jaren heen langzaam bij hun opbouwt en uiteindelijk tot een climax komt aan de top: ze ontploffen, zien geen uitweg meer, kunnen het niet meer aan. Ze stelen, moorden, gaan door het lint. Mijn besef over dit soort zaken is op dit moment op zijn hoogtepunt. Ik besef sinds enkele weken pas echt hoe de situatie in Afrika is en kan zijn. Wat je soms op televisie ziet. Wat je soms hoort, acties voor Afrika. Hoewel je je natuurlijk nooit voor 100% voor kan stellen hoe iemands leven is, echter ben ik in drie weken tijd keihard op de feiten gedrukt als nuchtere Hollander zijnde. En het voelt dat ik er iets mee moet doen. Iets heeft me geleid, zo voelt het. Het heeft me niet voor niets zolang beziggehouden. Nogmaals denk ik dat dit zo extra hard voelt door het feit dat je een half jaar een reis voorbereid, daar naartoe vertrekt, er slechts drie weken vertoeft en voelt en ziet hoe het eraan toe gaat, je eraan wend en precies op het punt dat je er enigszins een idee bij hebt en eraan gewend bent geraakt je alweer in het vliegtuig zit. Het vliegtuig terug naar je eigen leven, behoeftes, voorzieningen. Daar wordt je opnieuw keihard verrast door het grote contrast. Het mega-contrast met het land waar je echt zojuist eventjes leefde, als grote buitenstaander en simpele toerist uit Europa. Schrikken, wennen, gewend en dan ineens terug naar NL. Waar ben je eigenlijk geweest? Wat heb je gezien?? Is je iets bijgebleven? Door de verschillende reizen kom je erachter waartoe je in staat bent. Je blijkt er dus zonder problemen heen te kunnen gaan, je te kunnen onderhouden. Dat is al 1 ding. Ook lukte het om er activiteiten te doen en om te kunnen gaan in de omstandigheden en om te kunnen gaan met de lokale mensen. Dat is ding 2. In de toekomst zal ding 3 worden om dan ook iets op te kunnen zetten. De reis naar Australië voelde als een stage. Een stage van mijn levensontwikkeling. Hoe is het om in een ander land te zijn en er lange tijd te leven. Iedereen zal zo’n stage in hun leven moeten doen. Ik raad het aan, zonder gekheid. Een stage om je meer te ontwikkelen en om jezelf te ontdekken zoals je inhoud en kunnen. Afrika volgde en dit keer met een geïntegreerd doel, een combinatie (Afrika en iets wat je graag wilt) wat het al flink spannender maakte. Nu heb ik wat gezien door deze ‘stages’ en nu weet ik beter wat ik wil, kan, waar mogelijkheden liggen en wat mijn begrenzingen zijn. Het voelt vaak alsof ik ergens onbewust naartoe werk. Onbewust toewerkend naar een persoonlijke missie. Eerst naar Australië om te reizen, daarna naar Afrika om een doel te verwezenlijken en hopelijk in Februari op stage om daadwerkelijk aan het werk te gaan in een ander land, mijzelf nu nuttig te maken. Daarnaast hoop ik natuurlijk op een succesvol afstuderen van mijn studie Civiele Techniek. Vier opbouwende ‘stages’ en gemaakte ervaringen in het leven die hopelijk over een paar jaar uitmonden in iets moois. Combineer deze vier elementen (gemaakte rondreis, gedane uitdaging, uitgevoerde werkstage en succesvol afgestudeerd hopelijk) en ik hoop dan uiteindelijk het ingrediënt gevonden te hebben voor mijzelf, voor het aan kunnen van de ambitie zoals ik die al eens omschreef: het opzetten van een project in een land, het ontwikkelen van een idee of het deel uitmaken van een team die iets wil verwezenlijken voor een land; ik weet niet wat het gaat worden…. Ik was al heel ver in het denkproces en mijn wil om dingen te gaan doen later en door de reis in Afrika is dat alleen maar sterker geworden en is de wil verdubbeld om daadwerkelijk ook echt iets te gaan doen. Echter moet dit alles wel passen en samengaan met mijn sociale leven in Nederland. Ik wil eerst aan het werk na mijn studie en de dingen doen die ik wil doen. Maar tijdens dit alles wil ik proberen wat zaken uit te vinden voor deze wens, gewoon, als hobby ernaast, zoals sommigen graag postzegels verzamelen zo wil ik analyses maken en mogelijkheden gaan bedenken die al dan niet gebaseerd zijn op de techniek waarvoor ik studeer en de problemen in de wereld. Past het niet samen met m’n sociale gebeuren en mijn werk, dan stop ik het eventjes of maak ik het minder. Ik wil beide doen en niets anders. Ligt mijn idee buiten bereik van mijn macht? Heb ik niet de middelen? Dan zoek ik wat anders en pas ik mijn plan aan. Wat makkelijk is, is om te bedenken dat als je niets doet dat er dan ook niets gebeurd. Het proberen en steeds falen zal je echter ook vaak steeds duidelijkheid kunne

  • 10 Oktober 2008 - 11:52

    Maartje:

    Rob, ik heb het allemaal met ontroering gelezen. Wat een verhaal. 1 ding is me in ieder geval duidelijk geworden. Wat heb jij je hart op de goede plaats zitten. Waren er maar meer mensen zoals jij. Dan zou de wereld er misschien heel anders uitzien. Ik geloof erin dat je altijd iets kunt doen, hoe klein dan ook. Elk geholpen mens is er weer 1. Zoals ik jou verhaal lees heb je absoluut de passie, ambitie en het doorzettingsvermogen om die droom, wens, gedachte te verwezenlijken. Als het iemand gaat lukken, ben jij diegene. Ga ervoor!
    Liefs Maartje

  • 23 Oktober 2008 - 09:55

    Mandy:

    Lieve Rob,
    Ondanks mijn drukke examenperiode op het moment heb ik graag tijd vrij gemaakt om je 'visie' te lezen. Met veel ontroering en vooral ook herkenning. Wow, wat kan ik me dat gevoel van het onbewust naar ergens toewerken nog goed herinneren. Toen ik terugkwam uit Australie heb ik dat gevoel zeker een jaar gehad. Helaas zijn patronen krachtig en ik mis dat gevoel nu. Jouw verhaal inspireert me dan ook om het weer op te zoeken.
    Ik kijk er erg naar uit je weer te zien 1 nov.!
    Liefs, Mandy
    P.S. wat wordt onze volgende onderneming? ;)

  • 23 Oktober 2008 - 12:41

    Gerard En Martha:

    Ha die Rob,
    Wij hebben je verhaal ademloos uitgelezen. Je kunt je indrukken zeer goed verwoorden. Ook nu zal je droom werkelijkheid worden.Dat je wilskracht hebt heb je wel bewezen. Lieve Rob: GA ERVOOR!!! Wij blijven je volgen.
    Liefs Gerard en Martha

  • 23 Oktober 2008 - 15:25

    Ans:

    Hoi Rob,eerst nog proficiat met de nieuwe stageplek! Fantastisch dit soort ervaringen, je gaat ervoor las ik, maar dat wist ik al na je 2 grote ondernemingen. Reizen en mensen ontmoeten en dan ook nog daadwerkelijk iets doen.
    Herkenbaar voor mij was dat je schrijft dat je verbanden gaat zien, ik herinner me die gewaarwording ook van Amerika en Israel. Rob ga door en succes!!

    tot ziens!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Rob

lantingrob@hotmail.com http://robopreis.videoblog.nl http://robbieeontdektaustralie.aroundtheglobe.nl http://www.robbiee.mijnalbums.nl http://www.robopstage.reismee.nl http://robbiee21.hyves.nl

Actief sinds 23 Juli 2012
Verslag gelezen: 1831
Totaal aantal bezoekers 12718

Voorgaande reizen:

23 Juli 2008 - 15 Augustus 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: